Wat is BMI?

Volgens een bekende bron is BMI:

De BMI (Body Mass Index) is een internationaal gebruikte maat die laat zien of je een gezond gewicht hebt in verhouding tot je lengte. De BMI geeft een inschatting van hoe gezond je lichaamsgewicht is. Je kunt de BMI berekenen voor vrouwen, mannen en kinderen vanaf 2 jaar. Voor ouderen en kinderen zijn er andere grenswaarden dan voor volwassenen tussen de 19 en 69 jaar.

Mijn eigen eerste negatieve ervaring met BMI was toen ik bij het bloed geven tot 3 maal toe een opmerking kreeg vanwege te hoge BMI, terwijl ik kerngezond was en absoluut niet zwaarlijvig. Door dit soort dingen lijkt me zeer duidend dat zelfs medische professionals blind varen op een nietszeggende marker als deze.

BMI als onbetrouwbare marker

Heel simpel, wat is het nut van BMI?
BMI zegt iets over de verhouding van je gewicht tot je lengte. Je gewicht wordt bepaald door je vetmassa en vetvrije massa, zoals je botten, organen, spieren en huid. Een gespierd persoon kan ook een hoog BMI hebben. Daarom zegt je vetpercentage en je middelomtrek meer over je gezondheid dan alleen je BMI.

Het is van essentieel belang om te begrijpen waarom iemand te zwaar is. Als je op de weegschaal staat en een "gezond" BMI hebt, kan het nog steeds zijn dat je lichaamscompositie ongezond is, vooral bij mensen die veel zitten en dus een lage spiermassa hebben. Deze mensen hebben mogelijk een hoog vetpercentage, maar op basis van het BMI zouden ze als kerngezond worden beschouwd. Wij zijn het hier niet mee eens.

Wat werkt dan beter?

Naar onze mening is het vetpercentage een veel betere indicator om de gezondheid te beoordelen. Als het BMI te hoog is vanwege een te hoog vetpercentage, zijn mensen eenvoudigweg minder gezond. Maar zelfs bij een gezond BMI en een te hoog vetpercentage zijn mensen ongezond. Daarom vinden wij het belangrijk dat de medische wereld zich meer richt op het vetpercentage. Op deze manier worden mensen die daadwerkelijk kerngezond zijn niet ten onrechte als "ongezond" bestempeld.

Wij pleiten voor...

Wij pleiten ervoor om af te stappen van het gebruik van BMI en in plaats daarvan te kijken naar het vetpercentage. Hierdoor kunnen we de ongezonde mensen beter identificeren, terwijl mensen met "te veel" spiermassa niet worden aangemoedigd om af te vallen. Meer spiermassa maakt immers weerbaarder, zorgt voor een hogere verbranding en maakt mensen sterker. Dat is uiteindelijk wat telt voor een lang en gelukkig leven.